Bestuurder aansprakelijk voor te late aangifte BTW door accountant

Een vennootschap verkoopt enkele nog te bouwen huizen. Aanvankelijk vergeet de accountant van de vennootschap de BTW aan te geven. Pas in februari 2009 doet de accountant namens de klant suppletieaangifte over 2006 en 2007. De accountant meldt daarbij dat de vennootschap niet bij machte is de BTW daadwerkelijk te betalen. De Belastingdienst stelt de bestuurder van de vennootschap daarop aansprakelijk voor de belastingschuld van ongeveer € 150.000.

De rechtbank oordeelt vernietigend over de accountant: "De accountant die de aangiften BTW deed op basis van onder meer die stukken, zou bij enigszins zorgvuldige beoordeling van de bedragen moeten hebben beseft dat over die aannemingstermijnen BTW verschuldigd was. De rechtbank acht het dan ernstig verwijtbaar dat de accountant de ontvangen bedragen zonder meer als ontvangsten heeft geboekt zonder afzondering van BTW. Naar het oordeel van de rechtbank kan deze gedraging niet worden afgedaan als een simpele vergissing (...) maar is het niet boeken en aangeven van die BTW aan te merken als grove schuld van de accountant."

De directeur heeft er niets aan dat de fout bij zijn accountant ligt. Volgens de rechtbank moet de grove schuld van de accountant namelijk worden toegerekend aan de vennootschap, ook al zou de directeur niet in redelijkheid hebben hoeven twijfelen aan zijn accountant. Verder vindt de rechtbank dat de accountant veel te laat was met het melden van betalingsonmacht. De directeur moet dus gewoon betalen!

Lees voor meer informatie het complete artikel van Accountant.nl, dat je hieronder aantreft.