Kosten voor gemene rekening vereist materieel werkgeverschap van alle deelnemers
Non-profit organisaties kunnen de BTW op inkopen veelal niet terugvragen. Als zij samenwerken en de gemaakte kosten delen, verricht de penvoerder in principe een met BTW belaste prestatie aan de andere partij. Bij loonkosten ontstaat dan BTW-druk. Onder strenge voorwaarden kan het leerstuk ‘kosten voor gemene rekening’ worden toegepast.
In de zaak voor het Hof Amsterdam verzorgt een school met eigen personeel de administraties voor andere scholen. De deelnemende partijen kunnen kiezen uit verschillende pakketten door de medewerkers van de school te verrichten werkzaamheden. Alle deelnemende partijen betalen een kostenbijdrage die afhankelijk is van het afgenomen pakket. De verdeelsleutel is gebaseerd op het aantal boekingsregels van een voorafgaand jaar en op het aantal subdienstverhoudingen. Volgens het Hof is sprake is van een verrichte dienst waarover BTW is verschuldigd.
In de visie van het Hof richt het leerstuk zich op een verdeling van kosten die van meet af aan rechtstreeks voor gemene rekening zijn gemaakt. Dat impliceert dat alle partijen rechtstreeks betrokken zijn bij het maken van de kosten en dat de kosten vervolgens zodanig over de betrokken partijen worden omgeslagen dat daarbij de grootte van ieders aandeel in de kosten wordt weerspiegeld. De betrokken partijen zijn als het ware ieder individueel materieel afnemer van de prestaties met alle risico’s van dien, hoewel de penvoerder als formele afnemer optreedt. Er dient sprake te zijn van een rechtstreekse betrokkenheid van partijen bij de aanwending van de aan deze kosten ten grondslag liggende werkzaamheden.
Lees voor meer informatie het artikel van EFK Belastingadviseurs dat je hieronder aantreft.